Missie

Missie

De oproep van Christus om te getuigen leeft weinig in de kerk.  Om dat te veranderen zijn geen speciale acties nodig, maar dat gemeenteleden leren leven als echte christenen.

Er is de laatste tijd veel geschreven over kerkverlating, de zorg daarover en ook de noodzaak van evangelisatie. Gelukkig zijn er mensen die bewogen zijn met de diepste nood van de naaste. Waarbij de liefde van Christus dringt, door het kennen van de vrees dat wij moeten verschijnen voor de rechterstoel van Christus (2 Kor. 5:10-11).

Daarom kennen veel hervormd-gereformeerde gemeenten de figuur van de ‘evangelisatieouderling’, die meestal leiding geeft aan een evangelisatiecommissie. Deze commissie zoekt naar wegen om rand- en buitenkerkelijken te bereiken. Hiertoe worden allerlei activiteiten ontwikkeld.

Kunnen we nu tevreden zijn omdat dit allemaal goed geregeld is? In dankbaarheid voor het goede dat er ongetwijfeld is, doet zich toch een bange vraag voor. Komen er nog wel mensen van buiten de kerk binnen de lichtkring van het Evangelie en zo tot geloof? Sowieso moeten we ons afvragen hoe het komt dat de kerken teruglopen in plaats van groeien. Of durven we op grond van de Bijbel deze vraag niet te stellen en er al helemaal geen antwoord op te geven?

Hiermee samenhangende wezenlijke vragen zijn: hoe kijken wij naar onze naaste die de Heere Jezus nog niet kent als Verlosser? Wat doet het ons dat zo velen in onze omgeving niet gelovig zijn? Zijn wij als christenen metterdaad evangelisten die Gods beloften echt geloven dat de Heere op het gebed en het Woord dat wij spreken, door de Heilige Geest mensen tot geloof brengt in de Heere Jezus? Wanneer je dan manieren zoekt om je naaste met het evangelie te bereiken, kom je er steeds meer achter dat je het uiteindelijk zelf niet kunt. Zo wordt je steeds meer teruggeworpen op het gebed.

Het kan toch niet anders dan dat je als christen iets weg hebt van Christus? Dan krijg je de innerlijke bewogenheid met de naaste. Dan wordt vanzelf de belofte en opdracht waar die Christus aan zijn discipelen geeft: „U zult mijn getuigen zijn” (Hand. 1:8). Toch laat de werkelijkheid helaas een ander beeld zien. Deze roeping om getuige te zijn blijkt weinig te leven.

Visie

De opdracht om getuige te zijn van Christus geld voor iedere christen. Niet als dwangbevel, maar als een opdracht met een belofte. Als we de Heere Jezus hebben leren kennen als onze Verlosser en Zaligmaker, dan ga je er ook vanzelf over spreken als de mogelijkheid zich voordoet.

Petrus schrijft ook aan de gemeente in de verstrooiing: Wees altijd bereid te spreken van de hoop die in je is. Als bruid verlang je naar Christus, spreek je over Hem en zoek je Zijn heerlijkheid. Dat betekent dat veel mensen Christus zullen dienen, want dat is de heerlijkheid van de Koning.

Revisie

Gemeenten door middel van enkele lezingen opwekken en toerusten om getuige te zijn, waartoe iedere christen is geroepen. Dit gaat eigenlijk vanzelf als de liefde van Christus dringt zoals 2 Cor. 5 weergeeft. Desondanks is het vaak nuttig en nodig om enige handvatten aangereikt te krijgen hoe je in de praktijk met mogelijkheden om kan gaan.

Je zult dan ook ervaren dat het alleen gaat door het gebed en de vervulling met de Heilige Geest.

terug